Rozendaal was een import- en exportmaatschappij in katoenafval. In 1907 zag haar textielfabriek het levenslicht. Wij kennen het nu als De Museumfabriek, in Roombeek. In haar programma’s staat altijd de toekomst centraal. Het bijzondere is dat de textielfabriek van toen, óók al toekomst in zich had.
Enschede kende als textielstad in 1920 haar hoogtijdagen. Meer dan een een eeuw terug waren we waren een stad vol schoorstenen. En daar waren we maar wat trots op. Want die schoorstenen waren het toonbeeld van vooruitgang. Tot de jaren 60 waren we de op één na grootste textielstad van Europa.
Waar textielfabrieken zoals De Bamshoeve, Rigtersbleek en Jannink nieuwe producten maakten, ging het bij Rozendaal juist om hun overgebleven stoffen, stoffen met weeffouten enzovoorts. In de vroegere textielfabriek van Rozendaal trokken ze deze reststoffen uit elkaar tot vezels. Daar maakten ze dan weer draad en vervolgens weefden ze er ‘nieuwe’ poetslappen van. Recycling voordat het hip was! En op het terrein reden er elektrische karretjes rond. Een veiligere – vonkvrije – keuze gezien het brandgevaar met al dat stof. Bij De Museumfabriek weven ze nu nog steeds met de weefmachines van weleer: haar tafellakens en theedoeken koop je in de museumwinkel. Maar vooral laat ze je ontdekken hoe we van de natuur kunnen leren voor onze toekomst. Neem het kleuren van stoffen, zónder verfstoffen. Dankzij de techniek van vlindervleugels kan dat! De toekomst zit vaak dichterbij dan we denken. En bij De Museumfabriek geven ze je zo alle stof tot nadenken.
Meer info: